Merklap uit 1863
Deze lap is geborduurd op 12 jarige leefdtijd . We zien dat staan op de lap boven aan oud 12 jaar De initialen van het meisje die deze lap geborduurd heeft staan op de lap ( M W) Wie dit is, is niet bekend..Wel weten we het jaar waarin deze lap is geborduurd namelijk 1863. Er komt geen alfabet op de lap voor , maar wel traditonele motieven van oude merklappen. We spreken hier over een borduurlap. Er is geborduurd met wol op stramien. en alles is in kruissteek geborduurd. Deze werkwijze en het materiaal zijn kenmerkend voor de Biedermeijertijd. De motieven niet , want men heeft gekeken naar een oude merklap en nageborduurd. Iets wat heel vaak werd gedaan. Het meest opvallende motief is de spinnende aap. Dit is een oud symbool wat je ook tegenkomt op oude merklappen. Al vanaf 1617 kwam men dit motief tegen op Nederlandse merklappen. De spinnende aap kan betekenen dat de aap de levensdraad spint. Dr. A. Wassenbergh zegt hierover o.a. dat dit motief teruggaat tot de voorstelling van de drie Griekse schikgodinnen,die met het spinnen van de levensdraad over het lot van de mensen konden beschikken. Deze voorstelling is als een aanmaning bedoeld : men moet zich goed realiseren dat het leven eindig is en dat evenals bij het spinnen van een draad elk moment kan worden verbroken. Een andere betekenis die aan dit motief gegeven wordt is deugdzaamheid. Overige motieven die op deze lap voorkomen zijn bloemmotieven zoals de anjer en tulp en bloempotten met roosjes. Verder zien we een motief van een huisje met 3 vogels waarschijnlijk een duiventil. De lap heeft een afmeteing van 57 bij 47 cm. Hieronder ziet U de totale lap.
Wat verstaan we onder Biedermeier borduren?
Biedermeier borduren is aan het begin van de 19e eeuw tot ca. 1950 een periode erg populair geweest. De stijl is herkenbaar aan de felle kleuren die gebruikt worden en de gekozen motieven. Het wordt geborduurd in kruissteek. Maar ook wordt de halve kruissteek toegepast die we kennen als petit point.
Biedermeier borduren wordt ook wel Berlijns wolwerk genoemd omdat de wol waarmee men borduurde in Berlijn geverfd werd.( en de patronen kwamen ook uit Berlijn) Destijds werkte men met wol en borduurde op canvas. Voor het stofferen van meubels werden geborduurde Biedermeier patronen veelvuldig toegepast. Deze borduurstijl kon zo populair worden omdat de Berlijnse wol prettiger werkte en beter verfstoffen opnam dan eerder gebruikte wolsoorten. Hierdoor ontstonden veel meer kleuren borduurwol. Tevens speelde de Victoriaanse tijd een rol. Voor meisjes van gegoede afkomst werd borduren als een passend tijdverdrijf gezien en er waren voor het eerst in de geschiedenis vrouwen die vrije tijd hadden. Het borduren was wel iets voor de betere standen, waarbij de vrouw des huizes zich niet hoefde te bekommeren over de dagelijkse huishoudelijke werkzaamheden.
De patronen werden in eerste instantie in Berlijn gedrukt (de firma Wittlich )en de patronen werden op ruitjes paier gedrukt en vervolgens met de hand ingekleurd. Het inkleuren was voor veel vrouwen en kinderen thuisarbeid. Omstreeks 1850 hadden de Berlijnse drukkers al meer dan 10.000 Berlin Wool patronen geproduceerd. Veel waren voor de export bestemd. O.a. naar Engeland, Rusland, Nederland en Amerika. Ondanks de grote oplage waren de patronen niet goedkoop. De prijs kon oplopen tot 10 gulden per patroon, een bedrag waar een arbeidersgezin een week van moest leven. Het werken met ingekleurde patronen werd een modeverschijnsel en ook toegepast in schellekoorden, voetenbankjes, tasjes en beursjes. Vaak was elk ingekleurd patroon uniek. Pas veel later ontstaan de gedrukte patronen boekjes van D.M.C. en Permin.
Koninklijke borduursters
Van koningin Victoria is bekend dat zij en enthousiast borduurster was . In Nederland was o.a. koningin Emma een borduurliefhebster.