Museum Pakhuis Koophandel aan de Oostersingel is een vreemde eend in de bijt in museaal Leeuwarden. Eigenaar Marchienes Geersing vergroot zijn museum, omdat de collectie auto’s uitdijt. Museum Pakhuis Koophandel in Leeuwarden krijgt er extra ruimte bij. De bouw van de 100 vierkante meter extra ruimte is in november van start gegaan. Op dit moment heeft het museum een oppervlakte van 350 vierkante meter. De eerste paal is geslagen en in de komende vier maanden wordt de drie verdieping tellende uitbouw voltooid.

Eigenaar Marchienes Geersing, voormalig Frigem-directeur, licht zijn plannen toe. ,,We hebben nu vooroorlogse auto’s tentoongesteld. In het nieuwe gedeelte van het museum komen de naoorlogse wagens.”

Rally’s

Alle auto’s zijn eigendom van Geersing zelf. ,,Ik heb meerdere rally’s gereden met de auto’s. Daarnaast heeft iedere wagen een eigen verhaal. Een voorbeeld is de Singer Le Mans van Merlin Minshall. Hij was een Brits geheim agent, die als inspiratie heeft gediend voor het karakter van James Bond. Met deze auto reed hij de rally van Monte Carlo.” Naast de Singer staan er meer klassieke auto’s met een verhaal. Onder andere een Peugeot Type 56. Met eenzelfde type Peugeot vond in het jaar 1901 het eerste dodelijke auto- ongeluk in Nederland plaats.

Naast de auto’s staan er ook oude radio’s, modeltreinen en bouwwerken van Meccano.

Geersings echtgenote Mayken Geersing–Dominicus, heeft een grote tentoonstelling ingericht over textiel handwerk, met als hoofdonderwerp het kantklossen. De stukken uit de kantcollectie komen van over de hele wereld. Er zijn kantrollen uit Slovenië te zien en van een kantklosmachine wordt een grote handleiding getoond.

Promotie

Dit jaar is er een ruimte gewijd aan Maria Louise. Zij was fervent gebruikster van het toen zo kostbare kant. De expositie omvat onder meer kantpatronen, afbeeldingen en een replica van een bijzondere jurk.

Pakhuis Koophandel trekt vooral buitenlandse toeristen. In 2015 bezochten tweeduizend mensen het Leeuwarder museum. ,,De bezoekers komen zelfs uit de VS en Japan”, vertelt Geersing. Het museum doet niet veel aan promotie, maar de mensen die de verzameling gezien hebben, vertellen het door aan vrienden en familie.

,,Vaak komen bezoekers in groepen. Zij hebben het museum dan voor zichzelf en krijgen een uitgebreide rondleiding. Omdat er verschillende tentoonstellingen in één pand staan, kan ieder lid van een groep een eigen kant op.”’